
Waarom buikdansen?
Mijn eerste ervaring met de oriëntaalse dans of buikdans was 1985 in Duitsland waar ik toen
woonde.
Ik had net enkele jaren van balletdansen achter me gelaten omdat de motivatie mij totaal ontbrak en
ik geheel geen voldoening meer vond in deze, toch wel aan strakke regels gebonden, vorm van
dansen. Ik was op zoek.
Mijn broer gaf mij een L.P. cadeau met de titel “Arabian Affair“ – een
oriëntaals aandoende melodie in een modern jasje gestoken.
Ik was onder de indruk en zeer geboeid door deze oriëntaalse klanken.
Onder het motto …dat ga ik even snel leren ging ik op zoek naar een studio met lerares of leraar waar
ik buikdans kon leren.
Toendertijd was dat bij ons, in de stad Bremerhaven, niet in de aanbieding.
Teleurgesteld ging ik het mijzelf maar aan leren voor de spiegel en ik vond dat ik het best kon.
De eerste de beste keer dat er een cursus buikdans werd aangeboden in dezelfde balletschool waar
ik
8 jaar les had gehad, stond ik een uur van te voren al voor de deur, bang dat er geen plaats meer
zou zijn.
Het eerste wat ik zag was een dame in een roze kostuum die shimmies deed. Ik keek gefascineerd toe
en was verkocht. Deze dame werd jarenlang mijn lerares én vriendin
Ad Nug.
Na verschillende jaren les te hebben gehad bij haar en bijna ieder weekend te vullen met workshops
bij de best genomineerden leraren en leraressen, begon ik zelf les te geven in de studio van Ad Nug.
Achteraf gezien moet ik toegeven dat de vele workshops een grote invloed op mijn latere manier van
dansen en lesgeven hebben gehad.
Leraressen en leraren als Dietlinde Karcutli, Zahra, Isthar, Rita Sherif, Suheir Saki, Bobby Ibrahim,
Hassan Khalil (mijn grote favoriet), Momo Kadous, Ali Sherif, Beate Zadou, Sharazade en nog vele
anderen, hebben toch wel een stempel op mij gedrukt.
De grootste indruk hebben danseressen als Zahra en natuurlijk Suheir Saki op mij gemaakt. Alhoewel
ik maar één workshop bij Suheir Saki heb kunnen volgen, weet ik nog alles van die workshop als de
dag van gisteren. Ook haar live optredens staan in mijn geheugen gegrift.
Maar de leraar die mij een heel eind op weg heeft geholpen was en is nog steeds Professor Hassan
Khalil.
Ik ben een danseres van de oude stijl die wel voor nieuwe dingen ruimte laat. Maar niets kan voor
mijn gevoel evenaren aan de oude klassieke stijl.
Natuurlijk is ongetwijfeld de basis gelegd door Ad Nug; een geweldige danseres met Egyptische flair
en voor mij nog steeds een zeer groot voorbeeld. Een danseres en vriendin die mij nog steeds kan
ontroeren wanneer zij optreedt.
Toen ik in 1999 in Nederland ben gaan wonen was ik (in eerste instantie) enigszins teleurgesteld over
de kwantiteit én kwaliteit van wat hier werd aangeboden op buikdansgebied.
Ik was anders gewend. Bij nader inzien bleek ik mij toch wel te vergissen.
De lange jaren in Duitsland van opleidingen, workshops en les geven, hadden in mij enigszins ook een
beeld geschapen dat nogal zeer volmaakt en gladjes was. Perfect, zoals toendertijd in Duitsland de
meeste shows ook waren.
Nadat ik mij hier wat beter had georiënteerd kwam ik er langzaam maar zeker achter dat er hier in
Holland wel degelijk zeer goede oriëntaalse dans werd beoefend en wel op een toendertijd eerlijker,
gevoelvoller en natuurlijker manier dan ik gewend was.
Ik kwam tot de conclusie dat hier nog veel te ontdekken viel en ik ging dan ook verwoed workshops
volgen. En zo kwam ik terecht bij Farouq, Ahlem, Karin van der Knoop, Letty Vos, Laila, Dunya, Zafira,
Mariska en Dilara, om maar enige te noemen.
Van deze docenten heb ik veel inspiratie opgedaan.
Vooral van Farouq heb ik een heleboel kunnen leren. De bron van kennis over de verschillende
dansstijlen, vele verschillende ritmes, uitleg qua muziek en tekst, de opbouw en oorspronkelijk
manier van dansen, de authentieke stijl was en is bij Farouq onuitputtelijk.
Nu ik veel verschillende stijlen heb geleerd en beter kan beleven, ben ik tot de conclusie gekomen
dat de klassieke, authentieke stijl mij het liefst is en mij ook het meeste geeft.
Hierbij horen zeer zeker de folklore stijlen zoals de Baladi, de Saidi, de Meleya Leff en Khaleeghi. Het
boeit mij allemaal zeer omdat in de folklore een zeer eigen stijl is verweven die authentiek is aan de
regio van oorsprong en daardoor zeer herkenbaar is. Het liefst dans ik al deze stijlen dan ook op de
oude originele muziek, die helaas soms moeilijk te verkrijgen is.
Het thema lesgeven en optreden. Wat doe je het liefst?
Deze vraag heb ik al verschillende malen gesteld gekregen in de loop der jaren en de antwoordenhierop zijn tijdens deze jaren veranderd.
Vroeger (nu praat ik over een jaar of 10 terug) kon ik niet genoeg krijgen van optredens.Voordat ik ging optreden heb ik toch wel
minstens 4 jaar les gehad van verschillende binnen-en buitenlandse docenten en wekelijkse lessen bij Ad Nug.
Achteraf gezien was het nog niet genoeg; een goede danseres heeft meer nodig om het publiek te kunnen boeien dan alleen een mooi
kostuum en een lieve lach. Het publiek zo'n 15 minuten volledig in de ban te kunnen houden vraagt heel wat vakmanschap.
Dit houdt in een mooie en degelijke opbouw van je optreden, goed gevoel voor ruimteverdeling, een goed begrip van de muziek,
het begrijpen van de gezongen tekst zodat je kunt voorkomen dat je op een of ander dom tekstje heel erg staat te smachten of te
draaien met je sluier!
Vooral het voorbereid zijn op onvoorziene gebeurtenissen tijdens, voor of na je optreden. Ik ben eerlijk gezegd door schade en schande
wijzer geworden.
Niemand die mij op de risico′s wees, je sprong als het ware in het koude water.
Nu probeer ik zulke nare ervaringen bij mijn leerlingen te voorkomen door ze in mijn ervaringen te
laten delen, hetzij in de les of in speciale aangeboden workshops over dit onuitputtelijke thema.
Ieder weekend was wel volgeboekt met soms drie optredens op een avond.
Feesten, partijen, bruiloften, bedrijfsfeesten, beurzen enzovoort, alles was welkom hoewel ik mijzelf
een paar gouden regels had opgelegd.
Eén van die regels is, nooit privé ergens te komen om een
dansje in de huiskamer te laten zien en nooit te dansen voor een gezelschap dat enkel en alleen uit
mannen bestond (deze regels gelden trouwens nog steeds voor mij).
Naarmate ik meer ging lesgeven verschoof mijn enthousiasme ook daarnaar.
Het lesgeven gaf mij steeds meer voldoening, terwijl mijn (nog steeds talrijke) optredens mij dat
steeds minder gaven.
Het lag aan het publiek, of het lag aan de locatie, of het lag aan de manier waarop de
onderhandelingen plaats vonden.
De manier waarop je als danseres (buikdanseres!) soms werd behandeld getuigde vaak niet van al te
veel respect.
Natuurlijk heb ik ontzettend veel leuke en mooie en voor mij zeer gewaardeerde optredens mogen
neerzetten, maar in de loop der jaren ben ik tot de conclusie gekomen dat de minder prettige
ervaringen toch meestal overheersten.
En ondanks mijn jarenlange ervaring, en het gewapend zijn tegen problemen die kunnen ontstaan bij
optredens, stuit ik toch steeds weer op onaangename ervaringen.
Het ontzettend boeiende van lesgeven, dat is het nu helemaal voor mij.
Het plezier dat vrouwen hebben tijdens het dansen, de onderlinge contacten die ontstaan, het
langzaam uit hun (soms zo benarde) schulp kruipen, kortom het opbloeien dat ik bij vele van mijn
leerlingen zie gebeuren, dat is wat mij oneindige inspiratie geeft.
Met andere woorden, mijn motivatie, mijn inspiratie die ik in mijn leerlingen investeer krijg ik dubbel
en dwars weer terug als ik in de les sta, zo raak ik nooit verveeld en heb altijd weer nieuwe ideeën.
Natuurlijk heb ook ik les nodig, om mijn eigen horizon weer te verruimen.
Ik ga dan ook regelmatig naar workshops die mij boeien om weer nieuwe dingen te leren.
Mijn leerlingen weten precies wanneer ik geweest ben.
Ik kom met nieuwe dingen aan, nieuwe bewegingen, nieuwe deelchoreografieën nieuwe muziek
enzovoort.
Ik ben dan ook vol van energie en kan (soms helaas) niet wachten deze nieuwe ervaring aan mijn
leerlingen door te geven.
Soms gebeurt dat wat overhaast, waardoor er soms verwarring ontstaat tijdens de lessen omdat ik
eigenlijk de nieuw verworven ideeën eerst zou moeten laten bezinken.
Dit ontstaat natuurlijk vanuit mijn enthousiasme en ongeduld het meteen mijn leerlingen ten goede
willen laten komen.
Toch levert dit geen problemen op, noch voor mij nog voor mijn leerlingen.
Ik heb dit wel anders meegemaakt, leraressen die dingen zoals nieuw geleerde bewegingen, muziek
enzovoort voor zich hielden of maar mondjesmaat doorgaven.
Bang voor concurrentie? Ik zou het niet anders kunnen verklaren.
Mijn voorkeur gaat dus zonder enige twijfel naar het lesgeven.
Het lesgeven vraagt van iedere lerares in ieder geval een goede kennis van de materie van de
oriëntaalse dans.
Het begint natuurlijk bij de geschiedenis van de oriëntaalse dans en het bekend zijn met de
verschillende stijlen. Ook de beroemde, klassieke danseressen kunnen benoemen qua naam en stijl is
belangrijk om te weten.
Ik schrik soms van leraressen die mij soms wat schaapachtig aan staan te kijken als ik vertel over Fifi
Abdou, Suheir Saki, Mona enzovoort.
Het moet vandaag de dag met het internet en de mogelijkheid zelf die oude opnames te bekijken
toch geen probleem meer zijn je goed te informeren en te verdiepen hierin?
Er is trouwens genoeg over te lezen en…het is uiterst boeiend.
In Nederland worden (soms vlak voor je neus) fantastische workshops aangeboden waar deze
verschillende beroemde dansstijlen
te leren zijn. Helaas moeten er soms workshops worden
afgezegd wegens te weinig interesse.
Het gebeurd maar al te vaak dat ik ergens in een workshop sta die voor vergevorderde of masterclass
is uitgelegd en er eigenlijk qua niveau net beginners staan.
Waar zijn dan de leraressen en dames die al lang les geven?
Lesgeven betekent investeren!
Hoe zie je de toekomst van het buikdansen in Nederland?
Er is volgens mij een ontwikkeling gaande in Nederland waar allerlei stijlen worden aangeboden
onder het motto alles mag en alles kan!
Natuurlijk mag je de persoonlijke vrije expressie in de dans niet beknoppen, maar houd het dan
zuiver, ga dan geen klassieke dans mixen met bollywood, tribal fusion, misschien een beetje sluier,
een stok mag er ook bij en alles op muziek van Oum Kolthoum.
Let wel, ik ben absoluut niet tegen al deze nieuwe richtingen die zeker ook fascinerend zijn. Ook qua
techniek zijn ze erg moeilijk en kosten jaren van training (Bollywood, Tribal en Tribal Fusion).
Het zijn
echter geen stijlen die je er gewoon maar even bij kunt nemen naast je huidige reguliere lessen en
ongelimiteerd mag mixen.
Mijn plannen voor de toekomst zijn zeer veelzijdig, maar als prioriteit boven aan mijn lijstje staat
toch wel de buikdans in de klassieke vorm door te geven. Te laten zien hoe mooi deze vorm van
dansen kan zijn, het motiveren van mijn leerlingen zich in deze richting te verdiepen, en te laten zien
dat uitdrukking, gevoel en liefde voor de oriëntaalse dans heel belangrijk is.
Tevens leren ze dat
buikdans niet alleen gewiebel is maar er een diepe kennis en liefde voor de oriëntaalse muziek achter
schuilt.
Dit is eigenlijk in weinig woorden gezegd maar…er komt heel wat voor kijken. Deze materie is echt
onuitputtelijk.
Ook probeer ik mijn leerlingen te laten begrijpen dat het uit hun hoofd leren van het zoveelste
choreografietje niet genoeg is om weer naar de volgende te verlangen.
Het uit je hoofd leren van op elkaar volgende pascombinaties geeft je nog niet de capaciteit deze
pascombinaties tot een dans te maken, hier komt nog heel wat meer voor kijken.
Er is nog iets wat mij de laatste tijd zeer verontrust.
De afgelopen tijd ben ik herhaaldelijk gestoten op danseressen die toch wel
heel −voor mijn gevoel−
sensueel dansen. Er wordt veel met borsten gedraaid en er worden zwoele blikken geworpen
terwijl handen over het eigen lichaam glijden. Waarom? Onder het motto, meer is beter, gooi alles in
de strijd en laat niets meer te raden over? Is dat de bedoeling?
Waar is de grens gebleven? Deze wordt wel heel erg in een verkeerde richting gestuurd.
Het einde is dan in zicht voor mij!
Het einde betekent namelijk dat er niets meer te raden valt, niets meer mysterieus te ontdekken is,
geen zoete beloftes voor meer, geen verwachtingen die misschien vervult worden (spanning achter
laten), geen wens van het publiek naar meer (ze hebben al meer dan genoeg gekregen), aan alles
wordt voldaan! Inclusief een geladen portie seks…
We hebben ons altijd, al die jaren tegen het soms toch al nare bijsmaakje van de buikdans toch
verweert! We wilden absoluut niet in deze hoek gedrukt worden.
We wilden weg van het soms nog alom heersende imago dat buikdans een mannenverleidende dans
is.
Helaas doen we er nu alles aan om aan dit nare imago te voldoen. Houd me ten goede, ik scheer niet
alle danseressen, leerlingen en leraressen in deze kwestie over een kam!
Wil je nog iets kwijt?
Als slotwoord zou ik graag nog dit willen zeggen.
Laat iedereen in zijn waarde, iedere vrouw bezit een ander lichaam met beperkingen en met
talenten. Je kunt van een leerling van 50 niet dezelfde prestaties verwachten als van een 18 jarig jong
en lenig meisje.
Als lerares heb je de verplichting tegenover je leerling haar het gevoel te geven dat zij uniek is.
Zij zich, met de tijd, thuis gaat voelen in haar lichaam, want eerlijk gezegd welke vrouw heeft dit
gevoel nog?
De meeste leerlingen die naar mij toe komen, komen met de wens om af te vallen,
willen meer conditie of willen een strakkere buik krijgen. Eerlijk gezegd met één keer per week 90
minuten les kun je dit niet bereiken, dat zeg ik ook altijd heel eerlijk.
Wat je wel kunt bereiken is, meer zelfbewustzijn, meer zekerheid en je vrouwelijker gaan voelen!
Voor mij is de oriëntaalse dans in al zijn facetten een onuitputtelijke bron van inspiratie en vreugde.
Die bron is oneindig diep
en vol van steeds weer nieuw te ontdekken ervaringen die ik allemaal zou
willen doorleven, maar waar volgens mij een mensenleven
niet genoeg tijd voor bezit.
Sena